De jongen loopt gehaast voorbij en drukt een i-pod tegen de borst in een halfslachtige poging Marco Borsato te smoren. Zijn blik is naar de grond gericht. Als hij opkijkt, kijkt hij niet naar mij, niet naar de man die zijn fiets van het slot haalt, niet naar de vrouw die met een goed gevulde boodschappentas in elke hand de Hema in wil maar de pas inhoudt om hem voorbij te laten gaan, maar recht vooruit, naar een verre bestemming, waar wij omstanders slechts naar kunnen gissen. Even verderop is de weg opgebroken. Verkeersregelaars in oranje hesjes dribbelen nerveus in het rond. Hij ziet het. Hij weet het. Maar hij houdt koers.
Krijn Peter Hesselink